Zwarte roodstaart

Arrow
Arrow
PlayPause
Slider

Zwarte roodstaart

Kenmerken

De zwarte roodstaart is 14 cm lang en heeft een roestrode staart. De mannetjes zijn roetzwart met witte vlekken op de vleugels. Het vrouwtje is minder zwart en heeft geen witte vlekken. Zijn zang bestaat uit korte roepgeluidjes die karakteristiek met een krakend geluid beginnen.

Leefwijze

De zwarte roodstaart leeft van insecten en vruchten.

Voortplanting

De vogel bouwt zijn nest in holten en spleten in bomen, rotsen, of gebouwen, en broedt vanaf eind april. In Nederland en België wordt er veel in steden genesteld. Per legsel worden vijf tot zeven witte eitjes gelegd, die na veertien dagen uitkomen. De kuikens blijven twaalf tot zestien dagen in het nest. Jonge vogels hebben gevlekte veren.

Verspreiding en leefgebied

De soort telt vijf ondersoorten:

  • P. o. gibraltariensis (Gmelin, 1789): Europa en noordwestelijk Afrika.
  • P. o. ochruros (Gmelin, 1774): van Turkije tot de Kaukasus en noordwestelijk Iran.
  • P. o. semirufus (Hemprich & Ehrenberg, 1833): westelijk SyriëLibanon en noordoostelijk Israël.
  • P. o. phoenicuroides (Moore, 1854): noordoostelijk Iran en Turkmenistan tot noordwestelijk Pakistan, noordelijke naar zuidoostelijk Kazachstan, noordwestelijk China, het zuidelijke deel van Centraal-Siberië en westelijk Mongolië. Wel oostelijke zwarte roodstaart genoemd.
  • P. o. rufiventris (Vieillot, 1818): van de centrale Himalaya tot centraal China.

Sommige onderzoekers onderscheiden ook een Phoenicurus ochruros xerophilus binnen Phoenicurus ochruros rufiventris en een Phoenicurus ochruros aterrimus binnen Phoenicurus ochruros gibraltariensis. Die laatste ondersoort zou zich pas tijdens het Weichselien, de laatste ijstijd, hebben afgesplitst.

Naamgeving

De soort werd in 1774 benoemd door Samuel George Gottlieb Gmelin als Motacilla Ochruros. Beide delen van de huidige naam verwijzen naar de kleur van de staart. De geslachtsnaam is afgeleid van het Oudgrieks phoinix, “rood”, en ouros, “gestaart”. De soortaanduiding is afgeleid van ochros, “rode oker”.

Het holotype is specimen 94764 in de collectie van het Zoologisches Forschungsinstitut und Museum Alexander Koenig te Bonn.

Status

Deze roodstaart heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) gering. De grootte van de populatie wordt geschat op 4 tot 8,8 miljoen individuen. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat de zwarte roodstaart als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.

 

(Tekst bron: nl.wikipedia.org)

(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)

Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *