Author Archive
31-07-2014
Muurhagedis liggend in de zon.

27-07-2014
Kopportret van de muurhagedis.
Nee, nee niet in Frankrijk maar in ons heerlijke Brabant heb ik deze hagedissen kunnen fotograferen.

27-07-2014

27-07-2014

27-07-2014

De muurhagedis (Podarcis muralis) is in Europa de bekendste vertegenwoordiger uit de familie echte hagedissen (Lacertidae). De hagedis heeft een meestal bruine kleur, een lang en plat lichaam en een lange staart. De hagedis komt in een groot deel van Centraal-Europa voor, ook in België en Nederland. De Nederlandse naam muurhagedis wordt ook in andere talen gebruikt en refereert aan de voorkeur voor muren en steenhopen als habitat. Ook de wetenschappelijke soortnaam muralis verwijst hiernaar.
Kenmerken:
De muurhagedis bereikt een lengte van ongeveer 15 tot 20 centimeter en wordt maximaal 22 cm lang [1]. Het lichaam en de kop zijn sterk afgeplat, de poten en tenen zijn relatief lang, de tenen zijn voorzien van scherpe klauwtjes. De lange en relatief dunne staart beslaat ongeveer 60 tot 200 procent van de kopromplengte als deze niet is afgeworpen. De muurhagedis kent net als andere hagedissen caudale autotomie; het afwerpen van de staart als deze wordt beetgepakt. De staart groeit weer aan maar is korter en donkerder dan de originele staart.
De muurhagedis kent vele kleurvariaties die te verwarren zijn met de kleuren van andere hagedissen. De meeste exemplaren zijn bruin en hebben diverse lichtere rijen vlekjes of blokken op de rug en in de flanken. Ook nettekeningen komen voor waarbij de tekening beige, bruin, zwart of witgrijs kan zijn. De buik is witgeel, bij de mannetjes geel tot roodoranje in de paartijd. Mannetjes zijn in de regel donkerder dan vrouwtjes. De muurhagedis is met name te herkennen aan de bouw; het is een relatief platte hagedis met een spitsere snuit en slankere bouw dan bijvoorbeeld de zandhagedis en de levendbarende hagedis. Van deze laatste twee soorten is de muurhagedis ook betrekkelijk eenvoudig te onderscheiden aan de halskraag aan de onderzijde. Bij de muurhagedis is deze recht, bij de andere twee soorten is de halskraag enigszins gekromd. Ook is de halskraag niet gekarteld en hebben de schubben geen kiel; ze zijn plat en hebben geen opstaand midden.
In de paartijd krijgen de mannelijke exemplaren een rij blauwe vlekjes onderaan de flanken, er zijn overigens wel meer soorten echte hagedissen die dergelijke vlekjes hebben. Sommige ondersoorten zijn groen of zwart, de kleuren verschillen ook enigszins per individu. Bij de ondersoort P. muralis nigriventris hebben de mannetjes een zwarte basiskleur en zijn de vrouwtjes meestal bruin, met egaal verspreide kleine gele vlekken. Deze ondersoort leeft in Italië, en bij de vrouwtjes zijn deze vlekken wat valer. Exemplaren uit de omgeving van Rome zijn helder groen gekleurd en hebben zwarte vlekjes op de rug. Naast de kleur kan tussen de verschillende ondersoorten ook de lichaamsvorm iets verschillen.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
zondag, juli 27th, 2014 at 14:15
Dit boomkikkertje heb ik gemaakt op 22-08-2015

gemaakt op 22-08-2015

26-07-2014
Dit boomkikkertje was op de vlucht voor twee fotografen.

11-08-2013
Dit kikkertje is niet groter dan twee en halve centimeter. Om ze te vinden moet je heel goed zoeken in bramenstruiken op een paar plaatsen in Nederland.

23-07-2013

De boomkikker of Europese boomkikker (Hyla arborea) is de bekendste Europese kikker uit de familie boomkikkers (Hylidae).
De boomkikker komt voor in een groot deel van Europa en is de enige soort uit de familie boomkikkers die voorkomt in België en Nederland. De kikker leeft op open zonbeschenen plekken in relatief dicht begroeide en vrij vochtige biotopen in de buurt van water. Het is een boombewonende soort die zich ophoudt tussen het gebladerte. Het voedsel bestaat uit verschillende ongewervelden zoals insecten en de kikker heeft diverse vijanden zoals vogels en zoogdieren. De boomkikker wordt in een deel van zijn verspreidingsgebied bedreigd door uiteenlopende menselijke activiteiten.
De lichaamslengte is ongeveer 4 tot 5 centimeter, de boomkikker is van alle West-Europese kikkers te onderscheiden door de egale lichtgroene kleur op de rug en de relatief gladde huid zonder wratten zoals padden of langwerpige klierlijsten op de rug zoals veel echte kikkers. De boomkikker is tevens de enige soort in de Benelux waarvan de vingers en tenen hechtschijven dragen.
De boomkikker wordt ongeveer 3 tot 4 centimeter lang, de vrouwtjes worden gemiddeld iets groter dan de mannetjes tot 4,5 cm en bereiken in uitzonderlijke gevallen 5 cm. De huid is glad aan de bovenzijde maar korrelig op de buik, de trommelvliezen aan weerszijden van de kop zijn duidelijk zichtbaar door de bruine kleur, de iris is geel tot oranje van kleur en heeft een enigszins elliptische horizontale pupil. De gepaarde gifklieren achter de ogen worden paratoïden genoemd en zijn niet sterk vergroot. De kikker heeft zogenaamde vomerine tanden; tandachtige structuren in het verhemelte van de bek.
De boomkikker draagt zogenaamde hechtschijven, dit zijn kleine schijfvormige structuren aan de tenen en vingers. De hechtschijven doen qua vorm denken aan zuignappen maar hebben een wezenlijk andere werking. Net als andere kikkers hebben de hechtschijven een fijne structuur met zeer kleine kanaaltjes, waarin bij het neerzetten van de hechtschijf vocht wordt gedreven waardoor de kikker blijft plakken, zie ook onder kikkers. Bij het klimmen speelt ook de buikzijde een rol, door het slijmlaagje van de huid blijft de kikker beter plakken.
Een typisch kenmerk van de boomkikker is de heldere, groene kleur en het ontbreken van vlekken of strepen op de rug. De kleur is meestal lichtgroen, maar kan ook groengrijs tot geelbruin of bruin zijn, afhankelijk van de temperatuur en de gemoedstoestand van de kikker. Het veranderen van kleur heeft niets met het aanpassen aan de ondergrond te maken. Indien gestrest (bijvoorbeeld bij hantering) wordt de kleur donkerder tot donkergroen of -bruin. Ook kunnen vlekken ontstaan op de rug.
Heel soms komen blauwe exemplaren voor. Deze zijn echter niet van kleur veranderd maar hebben een tekort aan een gele kleurstof in de huid. Omdat het gele pigment samen met blauw pigment de groene kleur veroorzaakt, kleurt de kikker blauw bij een tekort aan de gele kleurstof. Dit komt soms ook voor bij andere soorten zoals de bastaardkikker (Rana esculenta).
De buikzijde is wit tot grijs van kleur, de overgang tussen buik en rug wordt gemarkeerd door een donkerbruine streep onderaan de flanken die begint aan het neusgat vooraan de kop en doorloopt door het oog en trommelvlies en via de achterpoten reikt tot de lies, onder de rechter achterpoot. Deze streep is wit- tot geel-omrand aan de bovenzijde en heeft een voor deze soort kenmerkende uitstulping bij de lies die wat naar voren gekromd is. De poten zijn van boven groen en van onderen geelachtig tot roze van kleur, vooral de tenen. Ook hier is de boven- en onderzijde gescheiden door een duidelijk donkere lijn.
Mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden aan hun kwaakblaas; alleen de mannetjes kwaken. De keel van de mannetjes is ook te herkennen als er niet gekwaakt wordt omdat de huid hier een donkere, geelbruine tot grijze kleur heeft, evenals een geplooid oppervlak. De keel van de vrouwtjes is glad en lichter van kleur. Mannetjes blijven daarnaast wat kleiner al is dit in het veld moeilijk te zien.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
zaterdag, juli 26th, 2014 at 13:40
20-06-2014
Zwarte stern

20-06-2014

Zwarte sterns zijn vogels van ondiepe, zoete tot brakke moerassen en wateren. Gebroed wordt in zompige weilanden en verlandingszones, bij voorkeur in velden van krabbescheer en op eilandjes van plantenresten. In de broedtijd worden vooral grote insekten gegeten. Daarnaast staan ongewervelden en vis op het menu. Het zijn trekvogels, die ’s winters voor de kust van tropisch West-Afrika bivakkeren. Sterns maken deel uit van het Nederlandse laagland-landschap en zijn onlosmakelijk verbonden met uitgestrekte natuurgebieden van rivierdelta en laagveenontginningslandschap.
Voedsel- en broedbiotoop.
Uitgestrekte velden van krabbescheer, waterviolier en fonteinkruiden en een welige, soortenrijke oeverzone (verlandingsmoeras) vormen het leefgebied van deze vogel van zoet- en brakwatermoerassen. Zwarte sterns duiken naar visjes en insecten in het water. Het nest wordt gemaakt op een losgeslagen kragge of een bijeengeraapte kluit drijvende vegetatie.
(Tekstbron: Vogelbescherming.nl)
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
dinsdag, juli 22nd, 2014 at 11:26
20-07-2014
Icarusblauwtje.

20-07-2014

20-07-2014

Icarusblauwtje
(Polyommatus icarus)
De bovenkant van de vleugels van dit kleine vlindertje is bij het mannetje blauw en bij het vrouwtje bruin. Sommige vrouwtjes hebben een sterke blauwe bestuiving, maar er komen ook bruine vrouwtjes voor. De vlinders voeden zich met nectar van vooral vlinderbloemigen en vliegen meestal laag boven de vegetatie. Ze brengen de nacht door in groepjes, waarbij ze met de kop naar beneden in de vegetatie hangen.
Verspreiding,
Het icarusblauwtje komt algemeen voor in heel Europa, op droge schrale graslanden tot matig vochtige steppe. Ook in Nederland en België is de vlinder zeer algemeen. In 2005 is de soort voor het eerst ook in Noord-Amerika gevonden, in de buurt van Mirabel in de Canadese Provincie Quebec.
De vliegtijd is van april tot en met oktober. De rups overwintert, meestal het derde rupsstadium.
Waarnemingen van feitelijke ei-afzetting zijn vrij spaarzaam. De eitjes worden tussen de bovenste bladeren op de jonge nog niet bloeiende planten van gewone rolklaver afgezet.
(Tekstbron: nl.wikipedia.org)
(Tekstbron: vlindermee.nl)
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
maandag, juli 21st, 2014 at 13:37
Rups van de koninginnenpage
06-08-2014

23-07-2014
Tegenlicht opnamen van de koninginnenpage.

20-07-2014

20-07-2014

20-07-2014

De koninginnenpage (Papilio machaon) is een vlinder uit de familie pages (Papilionidae). De koninginnenpage is een wat bekendere soort in vergelijking met andere pages vanwege de relatief grote spanwijdte tot 75 millimeter en de overwegend gele kleuren. De vleugels hebben daarnaast een opvallende zwart-gele tekening met blauwe accenten, een rode vlek aan de achtervleugel en een langwerpig, zwart gekleurd vleugelaanhangsel dat de vleugelstaart of -slip wordt genoemd. De koninginnenpage heeft een zeer groot verspreidingsgebied in vergelijking met andere vlinders, wat de bekendheid ten goede komt.
De koninginnenpage komt voor in vrijwel geheel Europa, grote delen van Azië en het uiterst noordoostelijke deel van Afrika, en is daarnaast ook algemeen in grote delen van Noord-Amerika.[1] De page heeft een voorkeur voor open, bloemrijke landschappen. In het grootste deel van zijn areaal komt de vlinder nog algemeen voor, maar in sommige landen is de vlinder bijna uitgestorven, zoals in Groot-Brittannië.[2] De koninginnenpage is een van de grootste vlinders die in België en Nederland wordt gevonden maar is hier geen algemene soort. In het grootste deel van westelijk en noordelijk Europa is het een zeldzame zwervende soort.
De rupsen leven voornamelijk van verschillende schermbloemige planten[3] Ze hebben een heldere groene kleur en een opvallende tekening die bestaat uit zwarte dwarsbanden op de lichaamssegmenten die worden onderbroken door oranje vlekken.
(Tekstbron: nl.wikipedia.org)
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
zondag, juli 20th, 2014 at 11:07
24-05-2014.
Gele Kwikstaart.
24-05-2014
20.30uur. Een koppel dat totaal niet schuw was kwamen tot een meter dicht bij mij.

24-05-2014 20.30uur

De vogel is een vogelsoort met een groot verspreidingsgebied. Deze vogels hebben een voorkeur voor open landbouwgebieden met een dichte vegetatie van 40 tot 65 cm. hoogte. Het zijn insecteneters. ‘Gele kwikken’ wippen de staart regelmatig met felle schokkende bewegingen op en neer: het typische ‘kwikken’ van de staart.
Vogeltaxonomen onderscheiden tenminste 10 verschillende ondersoorten; al met al een gecompliceerde groep van verwanten. Van de Engelse gele kwikstaart (M. flavissima) is de status onduidelijk. Sommigen onderscheiden deze als een aparte soort, anderen classificeren deze als ondersoort van deze vogel.
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
(Tekstbron: Vogelbescherming.nl)
zaterdag, mei 24th, 2014 at 20:30
06-05-2014. Vleermuis in de tuin.

Je ziet de weerspiegeling van de vleermuis op in de glasplaat van de salontafel.

(bron: wmnatuurfotografie.nl)
dinsdag, mei 6th, 2014 at 20:46
Gekraagde roodstaart die zijn jongen gaat voeren.
18-05-2014

In vlucht op weg naar zijn jongen.
18-05-2014

Man
21-04-2014

De gekraagde roodstaart is een vogelsoort van oude, parkachtige bossen. Deze vogelsoort is vooral te vinden op de zandgronden. Open plekken, oude bomen, graslanden of heiden moeten elkaar afwisselen. Het zijn holenbroeders, welke ook wel van nestkasten gebruik maken. De aanwezigheid van een gekraagde roodstaart blijft vaak onopgemerkt: het is nogal een schuwe en onopvallende vogelsoort die vaak pas opvalt wanneer het mannetje uitbundig zit te zingen. De vogel is tegenwoordig niet meer zo algemeen als enkele decennia geleden
(bron: wmnatuurfotografie.nl)
zaterdag, mei 3rd, 2014 at 08:50
Oranjetipje.

21-04-2014 Oranjetipje

21-04-2014 Oranjetipje die haar tong in de nectar gaat rollen.
21-04-2014oranjetipje (Anthocharis cardamines) 13-04-2014 13.00uur
Kenmerken
Voorvleugellengte: circa 20 mm. Het mannetje van deze soort valt op door de grote oranje vlek in de voorvleugelpunt; bij het vrouwtje ontbreekt deze karakteristieke vlek. De onderkant van de achtervleugel is geelgroen gemarmerd.
13-04-2014

13-04-2014

(bron: wmnatuurfotografie.nl)
maandag, april 21st, 2014 at 20:08
10-04-2014
Boerenzwaluw.
vrijdag, april 18th, 2014 at 10:29