Vogels
Steppekiekendief
De steppekiekendief (Circus macrourus) is een roofvogel uit de onderfamilie van de kiekendieven. Het broedgebied ligt in Zuidoost-Europa en Centraal-Azië.
Inhoud
- 1 Kenmerken
- 2 Verspreiding en leefgebied
- 2.1 Voorkomen in West-Europa en Nederland
- 3 Status
Kenmerken
De steppekiekendief wordt 40-50 cm lang en heeft een spanwijdte van 0,97 tot 1,18 m. Het mannetje verschilt van de grauwe kiekendief door de bijna egaal grijze vleugels, met alleen op de handpennen een kleine wigvormige zwarte vlek. De blauwe kiekendief heeft meer zwart op de vleugeleinden en is bovendien gemiddeld groter. Onvolwassen vogels zijn egaal oranjebruin, net als de grauwe kiekendief, maar de steppekiekendief heeft dan een opvallende lichte halsring. Het vrouwtje van de steppekiekendief is lastig te onderscheiden van de grauwe kiekendief.
Verspreiding en leefgebied
Het broedgebied ligt in Zuidoost-Europa en Midden-Azië. In de winter trekt de vogel naar Afrika, India en Zuidoost-Azië. Het leefgebied bestaat uit open landschappen zoals halfwoestijnen, steppe of extensief gebruikt agrarisch landschap met verspreid boomgroepen en waterlopen. In het noorden van het verspreidingsgebied ook te vinden in het overgangsgebied met de toendra, net op de boomgrens.
Voorkomen in West-Europa en Nederland
In West-Europa kwam de vogel tot in de jaren 1990 voor als dwaalgast. Daarna is het aantal waarnemingen gestegen. In bijvoorbeeld Denemarken wordt de vogel sinds 1981 jaarlijks gezien. In Nederland is het sinds 1999 een zeldzame doortrekker die jaarlijks wordt gezien en sinds 2012 niet meer behoeft te worden gemeld bij een speciale commissie die waarnemingen van dwaalgasten beoordeelt.
In 2017 werd er – voor het eerst in Nederland – een broedend paar aangetroffen in de provincie Groningen. Hun nest werd door Werkgroep Grauwe Kiekendief met een hekwerk beschermd tegen predatoren. Uit het nest werden vier vogels groot gebracht. In 2018 werd ook een broedpoging gedaan, die mislukte. In 2019 was er een geslaagd broedsel in Groningen met zes jongen. Tevens werd bekend dat een vrouwtje steppekiekendief geboren in 2017 uit Groningen succesvol broedde in Spanje met een jong.
Status
De steppekiekendief heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) niet zo groot. De grootte van de populatie wordt geschat 18.000 tot 30.000 volwassen vogels. De steppekiekendief gaat in aantal achteruit omdat extensief gebruikt bouwland verdwijnt om te wijken voor andere vormen van landbouw en voor infrastructuur. Om deze redenen staat deze kiekendief als gevoelig op de rode lijst.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
zaterdag, november 26th, 2022 at 15:30
Aruba sept 2022
Kuifcaracara
De kuifcaracara (Caracara plancus synoniem: Polyborus plancus) is een roofvogel die voorkomt in Zuid-Amerika. De vogel werd in 1777 door John Frederick Miller geldig beschreven en afgebeeld.
Kenmerken
De vogel heeft een lengte van 49 tot 65 cm en een gewicht van 1050 tot 1600 gram. De kuifcaracara is donkergrijsbruin met een roomwitte kop en hals. De borst, de staart en de vleugeluiteinden zijn zwart-wit gebandeerd. Verder valt de forse oranje washuid aan de snavelbasis op en heeft de vogel een zwarte kruin, de lange, gele poten en de zeer korte tenen op. Er is geen verschil in uiterlijk tussen de beide geslachten.
Verspreiding en leefgebied
Er zijn twee ondersoorten die ook wel als aparte soorten worden beschouwd.
Voedsel
Deze caracara is een opportunistisch dier dat zich met zowel aas als levende prooi voedt. Knaagdieren, jonge vogels en schildpadden, hagedissen, kikkers, eieren, wormen en insecten staan op het menu. Meerdere caracara’s kunnen soms samenwerken om een grotere prooi te doden. Daarnaast doet de kuifcaracara zich ook tegoed aan aangespoelde vis en doodgereden wild.
Noordelijke kuifcaravara (P. p. cheriway) op Bonaire
Leefwijze
Veel van de tijd brengt de kuifcaracara door op de grond. De lange poten en platte klauwen maken het mogelijk dat hij goed kan lopen en rennen. Deze roofvogel scharrelt zelf naar voedsel of steelt het van andere vogels, bijvoorbeeld gieren, pelikanen en buizerds. Ook zwakkere soortgenoten worden beroofd. Met zijn poten draait de caracara bladeren of gedroogde uitwerpselen van grote dieren om, op zoek naar kleine diertjes om op te eten. ’s Nachts gaat deze roofvogel in ondiep water op zoek naar kikkers. In tegenstelling tot gieren, waar ze vaak mee optrekken, zweven kuifcaracara’s niet, maar hebben ze een directe vleugelslag. Hierdoor vinden caracara’s dode en aangereden dieren vaak eerder dan gieren, omdat die afhankelijk zijn van de thermiek. De dode dieren worden met de bek in stukken gescheurd, terwijl de caracara ze tegenhoudt met zijn poot. De kuifcaracara leeft vaak paarsgewijs en het tweetal heeft meestal een groot territorium.
Voortplanting
In het broedseizoen vechten de mannelijke individuen in de lucht om de vrouwtjes. Na de paring maakt de kuifcaracara een nest van dunne takken, gedroogde uitwerpselen en veren, meestal boven in een palmboom. Meestal worden er twee of drie eieren gelegd, die na ongeveer 30 dagen uitkomen. Pas na acht weken zullen de jongen het nestvoor het eerst verlaten.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
donderdag, oktober 6th, 2022 at 17:05
Aruba sept 2022
Bruine pelikaan
Kenmerken
Deze vogel is overwegend zilvergrijs met bruin, met een witte of wit-met-gele kopkap en een kastanjebruine hals. De groenachtige, kale gelaatshuid en de keelzak worden tijdens het broedseizoen feller van kleur. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 100 tot 150 cm en het gewicht meer dan 3,5 kg.
Leefwijze
Deze gedeeltelijke trekvogel gebruikt zijn keelzak als visnet. Pelikanen lijken zwaargebouwde vogels maar door hun lichte skelet valt dat eigenlijk erg mee. Waar andere pelikaansoorten hun prooien in groepsverband zwemmend met hun snavel opjagen en vangen, zijn de bruine pelikanen stootduikers. Van meters hoog nemen ze hun prooi in het water waar en duiken naar beneden. De langs de Peruaanse kust levende bruine pelikaan eet vooral sardines, die daar in groten getale voorkomen. Deze pelikaan is de belangrijkste guanoproducent.
Voortplanting
Beide ouders broeden om de beurt meerdere uren achter elkaar. Meestal worden 1 of 2, soms 3 jongen grootgebracht. Het voedsel wordt eerst door de ouders opgebraakt, maar na een dag of tien halen de jongen het zelf uit de keelzak van hun ouders. Ze broeden in bomen en struiken in mangrovebossen. Een ondersoort, de Peruaanse pelikaan, broedt op de grond.
Verspreiding
De bruine pelikaan is aan zee gebonden, ze komen onder meer aan de westkust van Amerika en in het Caraïbische gebied voor.
De meeste auteurs onderscheiden vijf ondersoorten:
Vroeger werd ook de Peruaanse pelikaan als ondersoort gerekend, maar hedendaags wordt deze meestal als aparte soort beschouwd.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
donderdag, oktober 6th, 2022 at 16:03
Aruba sept 2022
Amerikaanse fregatvogel
De Amerikaanse fregatvogel (Fregata magnificens) is een zeevogel uit de familie van de fregatvogels (Fregatidae). De vogel komt voor in de tropische en subtropische kustwateren.
Kenmerken
De Amerikaanse fregatvogel is ongeveer 97-100 cm lang en heeft een spanwijdte van 241 cm. Mannetjes lijken sterk op de evengrote grote fregatvogel, ze zijn volledig zwart en hebben een rode keelzak. Wanneer de zon weerkaatst op de veren, lijken ze paars te zijn. De grote fregatvogel heeft een groene glans en een bruine band, die ontbreekt bij deze soort. Vrouwtjes zijn ook zwart en de kop en de keel zijn zwart, maar hun borst is wit. Bij juvenielen is de kop ook wit.
De grootste voedselbron is vis. Soms valt de Amerikaanse fregatvogel andere zeevogels aan en dwingt hen om hun gevangen vis af te staan. Fregatvogels landen niet op water en vangen hun voedsel altijd in de vlucht.
Verspreiding en leefgebied
De vogel komt voor in de tropische en subtropische kustwateren van Noord-, Midden-, Zuid-Amerika (inclusief de Caraïben en Galapagoseilanden) en op de Kaapverdische eilanden. De broedplaatsen liggen in bos en struikgewas en soms ook worden nesten op de grond gemaakt. De vogel is niet alleen afhankelijk van mangrovebos.
Status
De Amerikaanse fregatvogel heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd, maar de indruk bestaat dat het aantal vooruit gaat. Om deze redenen staat deze fregatvogel als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
donderdag, oktober 6th, 2022 at 15:43
Aruba sept 2022
Tropische spotlijster
De tropische spotlijster (Mimus gilvus) is een spotlijster uit Zuid-Amerika, waar deze veel voorkomt in Suriname, Venezuela en op de Benedenwindse Eilanden.
De Kleine Antillen zijn een eilandengroep in de Caraïbische Zee. Ze maken onderdeel uit van de Antillen en van het Caraïbisch Gebied. Aangenomen wordt dat ze vanuit het vasteland van Zuid-Amerika (Venezuela) zijn bevolkt door Arowakken. De Kleine Antillen kunnen worden onderverdeeld in de Bovenwindse Eilanden en Benedenwindse Eilanden. Op de Kleine Antillen wonen circa 4 miljoen mensen. De oppervlakte bedraagt ongeveer 14.000 km².
Dit is een vogel die je overal op de eilanden kunt vinden. Langs het strand, tussen de zuilcactussen en als eerste tussen de bomen waarvan het fruit (meestal bessen ) gaat rijpen. Het gefluit van de Chuchubi klinkt als Chu – bie Chu – bie , de papiamentse naam voor deze vogel is waarschijnlijk afgeleid van zijn roep. De chuchubi is ook een meester in het nabootsen van de andere vogels hun gezang wanneer zij zich in zijn territorium bevinden.
Spotvogels zijn vooral bekend door hun gewoonte de liedjes van andere vogels na te bootsen. De tropische spotlijster is een veel voorkomende vogel op de eilanden. Hij moet het niet hebben van zijn verenkleed, want dat is nogal grijs, maar hij kan wel erg mooi zingen. Van `s morgens vroeg tot, soms zelfs diep in de nacht, kun je hem uitbundig horen fluiten waarbij hij rollers, toonladders en geïmproviseerde melodieën ten beste geeft.
De tropische spotlijster foerageert op de grond of in lage struiken, maar vangt ook vliegende insecten. Het is een alleseter, zijn dieet bestaat uit geleedpotigen, klein fruit en bessen, groter gecultiveerd fruit en eieren van vogels en hagedissen.
Als ze over de grond lopen, vertonen ze vaak opmerkelijk gedrag dat wetenschappers tot nu toe nog niet helemaal kunnen verklaren. Ze spreiden dan hun vleugels een paar keer boven hun kop. Het wordt vleugelflitsen genoemd. Onderzoekers denken dat het gebruik wordt om roofdieren af te schrikken of om hun territoriale grenzen te beschermen.
De tropische spotlijster nestelt bijna het hele jaar door waarbij ze vaak drie broedsels voortbrengen. Ze zijn monogaam en samen bouwen ze een rommelig nest van grove twijgen laag in een struik of een boom dat ze bekleden met zachter materiaal.
Ze verdedigen hun nest agressief tegen andere vogels en roofdieren. Het is zelfs waargenomen dat ze katten, honden en mensen aanvallen als die te dicht bij het nest kwamen.Het vrouwtje doet het grootste deel van het broeden gedurende de periode van 13 tot 15 dagen. De kuikens worden tot 19 dagen in het nest en na het uitvliegen door beide ouders gevoerd.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
zaterdag, oktober 1st, 2022 at 11:59
Aruba sept 2022
Oranje troepiaal
De oranje troepiaal (Icterus icterus) is een zangvogel uit de familie Icteridae (troepialen).
Het is de nationale vogel van Venezuela. Het broedseizoen van de oranje troepiaal loopt van maart tot september.
Verspreiding en leefgebied
Deze soort komt voor in Colombia en Venezuela en telt 3 ondersoorten:
- Icterus icterus icterus: het noordelijke deel van Centraal-Venezuela
- Icterus icterus ridgwayi: noordelijk Colombia, de noordkust van Venezuela en nabijgelegen eilanden, zoals Aruba, Bonaire en Curaçao
- Icterus icterus metae: noordoostelijk Colombia en westelijk Venezuela
De oranje troepiaal (Icterus icterus) is op Bonaire een opvallende verschijning. Deze troepiaal is als eerste te herkennen aan zijn kleur: het lijf is grotendeels fel oranje. De kop, vleugels en staart zijn hoofdzakelijk zwart. Daarnaast laat deze vogel zich vaak horen. Deze zangvogel is aan het geluid heel herkenbaar en is op grote afstand te horen.
De oranje troepiaal heet ook wel de Venezolaanse troepiaal. Dat is niet voor niets: de oranje troepiaal is de nationale vogel van Venezuela. Deze troepiaal komt in deze regio veel voor: Venezuela, Aruba, Curaçao, Bonaire, Colombia en Puerto Rico.
De troepiaal maakt niet zijn eigen nest. In plaats daarvan gebruiken ze verlaten nesten. Ook kunnen ze de plek innemen van een bestaand nest. Ze jagen de huidige
bewoners weg en als de eieren aanwezig zijn, eten ze deze eerst op. Ze broeden van maart tot september en zullen hierbij hun nest stevig verdedigen.
De vogel is zeker niet schuw en laat zich geregeld zien. Ze voeden zich veelal met insecten en fruit.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
zaterdag, oktober 1st, 2022 at 10:10
Aruba sept 2022
Kleine ani
De kleine ani of gladsnavelani (Crotophaga ani) is een vogel uit de familie van de koekoeken (Cuculidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.
Kenmerken
De kleine ani is een zwarte vogel met een lange staart, korte vleugels en een opvallende, grote snavel. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 35 cm en het gewicht 125 gram.
Leefwijze
Deze vogel nestelt laag in dichtbegroeide struiken in het warme seizoen, en is te vinden in de begroeide gebieden. Hij foerageert voornamelijk op de grond, eet sprinkhanen en andere insecten en volgt vee dat insecten verstoort, om die te onderscheppen. De vogel zit ook wel op de rug van dieren om teken uit de huid te halen.
Voortplanting
Deze vogels leven in kleine groepen van verschillende paren, die gezamenlijk de eieren uitbroeden en de jongen grootbrengen. Volgroeide jongen blijven vaak bij het nest om te helpen het volgende broedsel groot te brengen.
Verspreiding
Deze standvogel is te vinden in Florida, Midden– en Zuid-Amerika en op de Galapagoseilanden.
Status
De grootte van de populatie is in 2019 geschat op 20 miljoen volwassen vogels. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
zaterdag, oktober 1st, 2022 at 09:43
Aruba sept 2022
Shoco
De shoco (Athene cunicularia arubensis) is een voor Aruba endemische ondersoort van de holenuil. Sedert 2015 is de shoco een nationaal symbool van Aruba
Kenmerken
De shoco heeft een kop-staartlengte van 18 tot 25 centimeter. Opvallende kenmerken zijn de grote ronde gele ogen, prominente witachtige wenkbrauwen, ontbrekende oorbosjes en relatief lange, grijze benen.
Verspreiding
Er wordt aangenomen op basis van observaties van gedrag en vocalisaties dat de shoco naar alle waarschijnlijkheid een volledige en afzonderlijk soort uil is. Voorts wordt vermoed dat de shoco naar alle waarschijnlijkheid al minstens meer dan anderhalf miljoen jaar op Aruba is. Aruba is het enige land binnen het Koninkrijk der Nederlanden met een holenuil.
Leefwijze en Status
De Arubaanse holenuil leeft in holen op de grond in gebieden met lage cactusbegroeiing en droog bos.
Hol van de shoco nabij Alto Vista
Als de shoco geen kuil kan vinden, graaft ze zelf een kuil in zachte grond. Omdat een groot deel van de levensgeschiedenis van deze subsoort nog onbekend is, wordt de populatie binnen het beschermde gebied van de Nationaal park Arikok gevolgd.
De shoco is aangewezen als bedreigd soort en geniet wettelijke bescherming. Ondanks zijn populariteit staan het welzijn en voortbestaan van de holenuil onder grote druk. In de eerste twee decennia van de 21e eeuw groeide de Arubaanse bevolking en daarmee de bewoningdichtheid. Met 636 personen per vierkante kilometer in 2017 overtrof deze zelfs de dichtheid van Nederland. Dit heeft als gevolg dat de habitat van de shoco sterk beperkt en gefragmenteerd is. Daarnaast vormen de ongereguleerde en extreme toename van de toeristische offroad-recreatie en de aanwezigheid van de uitheemse boa constrictor een bedreiging voor het voortbestaan van de shoco. In 2013 werd de grootte van de populatie op minder dan 200 broedparen geschat.
Voortplanting
Het hol dient ook als nestplaats. De shoco legt 1 of 2 eieren om de dag totdat ze alle eieren heeft gelegd. Een shoco kan tot 4 eieren leggen, die gedurende 3-4 weken worden bebroed. De jonge uiltjes worden 3 maanden verzorgd totdat ze het nest uit komen. Gravende uilen leggen typisch drie tot zes eieren die gedurende 28 dagen worden bebroed en na 42 dagen uitkomen. Het is onduidelijk of dit ook geldt voor de shoco.
Voedsel
Het voedsel bestaat voornamelijk uit muizen, hagedissen en grote insekten, waaronder kevers en sprinkhanen. Hierop zet hij de jacht in vanaf de grond; lopend, hinkend of rennend. Ook pleegt hij vanaf een hoge zitplek zijn prooi op te sporen en deze met de voeten te vangen. De shoco is overdag actief, maar is later op de dag en ’s avonds actiever met jagen. Deze uilen kunnen heel goed in het donker zien en kunnen heel goed horen.
Nationaal symbool
Shoco
De shoco is het inheemse diersoort dat het meest met Aruba wordt geassocieerd. Het is onderdeel van de lokale cultuur en dient van oudsher als symbool van wijsheid en kennis. In 2015 werd de shoco officieel tot nationaal symbool van Aruba aangewezen, nadat deze sinds 2012 al als zodanig fungeerde. Aruba kent ook sedert 2017 een nationale vogel: de prikichi (Aratinga pertinax arubensis). Van de 270 vogelsoorten die voor Aruba geregistreerd zijn komen deze twee enkel op Aruba voor.
De beeltenis van de shoco is in Aruba welbekend. In 1990 werd een serie bankbiljetten met dieren in roulatie gebracht, waaronder het biljet van 50 florinmet een afbeelding van de shoco. In 1994 werden vier postzegels uitgegeven met afbeeldingen van de shoco en het embleem van de Wereldnatuurfonds.[7]De Centrale Bank van Aruba gaf in 2012 een zilveren 5 florin Arubaanse “Shoco” herdenkingsmunt uit. Deze werd door de Koninklijke Nederlandse Munt voorzien van “augmented reality“, waardoor men de munt met een smartphone kan scannen om toegang te krijgen tot meer informatie over de munt en de shoco. Ook zijn er een tweetal jeugdboeken verschenen waarin de shoco de hoofdrol heeft: van de hand van Jacques Thönissen Shon Shoco weet raad (2005) en van Charlotte Doornhein De roep van de shoco / E grito di e shoco (2014), een tweetalige geschenkboek dat speciaal is geschreven voor het Arubaanse Kinderboekenfestival.
(Tekst bron: nl.wikipedia.org)
(bron: https://wmnatuurfotografie.nl)
donderdag, september 29th, 2022 at 10:57
Boomvalk
De
boomvalk (
Falco subbuteo) is een
roofvogel uit de
familie van de
valkachtigen (Falconidae) die voornamelijk jaagt op kleine zangvogels en grote insecten. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door
Carl Linnaeus. Het is in Europa een broedvogel die ’s winters naar Afrika trekt.
Kenmerken
De vogel is 29 tot 35 cm lang en heeft een spanwijdte van 70 tot 84 cm. Volwassen vogels zijn van boven leikleurig met een witte keel. Van dichtbij kunnen de kastanjebruine broek en onderstaart worden waargenomen. Mannetje en vrouwtje zien er gelijk uit, juvenielen zijn over het algemeen veel bruiner van kleur. Het is een elegante roofvogel, die er met zijn lange, puntige vleugels uitziet als een grote gierzwaluw.
Boomvalken nestelen in de verlaten en vaak in datzelfde jaar gemaakte nesten van kraaien en andere vogels en leggen twee tot vier eieren.
Voedsel
De boomvalk jaagt op grote insecten zoals libellen die overgebracht worden van klauwen naar bek en in de vlucht worden opgegeten. Ook kleine vogels worden in de vlucht gevangen. Zijn snelheid en vliegkunsten stellen hem in staat om zelfs zwaluwen te grijpen. Huiszwaluw en boerenzwaluw hebben dan ook een specifieke boomvalk-alarmroep.
Verspreiding en leefgebied
Mondiaal
De volgende twee ondersoorten worden onderscheiden:
De boomvalk (F. s. subbuteo) die in Europa voorkomt is een trekvogel die grote afstanden aflegt en overwintert in Afrika. Het is een broedvogel van open bossen en parken. De noordgrens van het verspreidingsgebied in Europa ligt in Groot-Brittannië (waar de boomvalk geleidelijk steeds noordelijker voorkomt), Denemarken, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Midden-Finland.
Buiten Europa komt de vogel ook voor in berggebieden tot op 4000 m boven de zeespiegel (in India), en soms in buitenwijken van steden. In de winter verblijft de vogel voornamelijk in droge, half open bosgebieden zoalssavannes.
Voorkomen in Nederland en Vlaanderen
In het verleden kwam de boomvalk in Nederland vooral voor in de bossen op de zandgronden. Deze valk gaat daar sinds de jaren 1980 in aantal achteruit. In het half open (agrarisch) landschap wordt de soort echter steeds meer gezien. Ook op de waddeneilanden doet de soort het relatief goed. Het totaal aantal broedparen werd rond 2000 geschat op 750 tot 1000 paar. Het netto resultaat van deze achteruitgang en vooruitgang is een halvering van het aantal broedparen sinds 1990. Het aantal broedparen in Vlaanderen wordt geschat op 500 en daarmee is het een vrij schaarse tot mogelijk vrij talrijke broedvogel.
Status
Internationaal
De boomvalk heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) gering. De grootte van de wereldpopulatie werd in 2001 geschat op meer dan 4.000.000 individuen. Dit aantal gaat achteruit. Het leefgebied wordt plaatselijk (Oekraïne) bedreigd door agrarische ontwikkeling waarbij oud bos wordt gekapt, de jacht (op Malta) en door verstoring (de vogel is zeer schuw). Verder vormen grote windmolenparken mogelijk een bedreiging. Echter, het tempo van achteruitgang ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat de boomvalk als niet bedreigd op Rode Lijst van de IUCN.
In Nederland en Vlaanderen
Door de achteruitgang van het aantal broedvogels in Nederland staat hij als kwetsbaar op de Nederlandse Rode Lijst.De boomvalk staat niet op de Vlaamse Rode Lijst.
(Tekst bron: wikipedia.org)
(bron: http://wmnatuurfotografie.nl)
zondag, juli 24th, 2022 at 06:09
De zomertortel (Streptopelia turtur), vroeger bekend als tortelduif, is een lange-afstandstrekker uit de familie van de duiven (Columbidae). Het is de enige Europese duivensoort die ’s winters ten zuiden van de Saharaverblijft. De soort broedt in bosschages, houtwallen, bosranden, boerenerven en fruitboomgaarden in de buurt van landbouwgebieden.[2] De soort gaat sinds het midden van de 20e eeuw hard in aantal achteruit door de intensivering en homogenisering van de landbouw en anderzijds ook door de intense jachtdruk in de Mediterrane landen tijdens de trekperiode en in de overwinteringsgebieden.
Kenmerken
Zomertortel in de gemeente Nemšová(Slowakije)
De zomertortel wordt tussen de 25 tot 28 cm groot en is daarmee iets kleiner dan de Turkse tortel (Streptopelia decaocto). De soort is klein en slank met snelle, trekkende vleugelslagen. In de vlucht valt de witte buik en de donkere ondervleugels op. De zomertortel is kleurrijker dan de Turkse tortel en heeft oranjekleurige veren met zwarte vlekken. De staart is zowel van boven als van onderen zwart met een witte eindrand. De borst is roze en in de nek heeft hij aan beide kanten een klein, zwartgestreept plekje. Heeft een opvallende rode ring rondom het oog. Juveniele zomertortels hebben een grauwer verenkleed en missen de zwartgestreepte plekjes in de nek.De zomertortel lijkt vrij veel op de oosterse tortel (Streptopelia orientalis orientalis) die broedt vanaf de oostelijke hellingen van het Oeralgebergte en verder oostwaarts. In West-Siberië en lokaal aan de Europese zijde van de Oeral komt de soort sympatrisch voor met de zomertortel.De oosterse tortel is te onderscheiden aan het donkerdere verenkleed. Ook de vleugels zijn rossiger en donkerder en de staarteinden van de oosterse tortel zijn grijs in plaats van wit.
Voedsel
Het voedsel bestaat voornamelijk uit akkeronkruiden, maar zaden van gecultiveerde gewassen eten ze ook. Vooral tarwe en koolzaad lijken belangrijk te zijn.
Broeden
De zomertortel legt gewoonlijk twee witte eieren tussen de periode midden mei en midden juni. Deze worden meestal gedurende 13 à 14 (soms tot 16) dagen door zowel het mannetje als vrouwtje geïncubeerd. De jongen vliegen na circa 20 dagen uit en zijn kort daarna zelfstandig.Bouwt een plat, rommelig nest gemaakt van twijgen. In Engeland vertoonden de vogels een sterke voorkeur voor doornachtige struiken om in te broeden, met name eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) en sleedoorn (Prunus spinosa).
Verspreiding
In het zomerhalfjaar zijn zomertortels aanwezig in grote delen van Europa, met uitzondering van de Scandinavische landen, het noorden van Rusland, Ierland, het noorden van het Verenigd Koninkrijk en de Alpen. De eerste vogels verschijnen meestal in de tweede helft van april in de broedgebieden. Ze trekken in augustus/september weer weg naar de overwinteringsgebieden. Broedt ook in delen van Noord-Afrika en van West-Azië tot aan het westen van China. Daarnaast broeden er geïsoleerde populaties in Egypte en het zuiden van de Sahara. Alle zomertortels die in Europa broeden, overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Leefgebieden
De zomertortel broedt in Europa voornamelijk in bosschages en boomopslag aan de randen van lichte, structuurrijke bossen, houtwallen die vaak liggen in landbouwgebieden met boerenerven en fruitboomgaarden.
Geluid
Het geluid is een diep koerend, turrrrr turrrrr turrrrr, dat meerdere keren herhaald wordt.
Ondersoorten
Streptopelia turtur rufescens in de omgeving van Aboe Simbel (Egypte)
De soort telt vier ondersoorten:
Oorzaak van de achteruitgang
Een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang ligt in de Europese broedgebieden, waar ingrijpende veranderingen hebben plaatsgevonden in het landgebruik. Door de homogenisering en schaalvergroting van de landbouw is er minder voedselaanbod voor de soort. In veel gevallen zijn ook houtwallen en bosschages verwijderd uit landbouwgebieden die nestgelegenheid en dekking bieden. Daarnaast ondervindt de soort veel problemen in de trekperiode en overwinteringsgebieden. De soort is namelijk ook een populaire jachtbuit en wordt bejaagd voor consumptie, handelsdoeleinden of puur voor het plezier.
In 2015 heeft Birdlife International de illegale jacht in het Middellandse Zeegebied in kaart gebracht. De zomertortel is een soort die ondanks de wettelijke bescherming zeer zwaar te lijden heeft van de jacht. Het aantal zomertortels dat jaarlijks wordt doodgeschoten wordt op meer dan 1 miljoen geschat. Door de ligging zijn Malta en Cyprus een cruciale plaats voor de uitgeputte vogels om uit te rusten en daar lijken ze dan ook het meest kwetsbaar te zijn. De vogels worden meestal geschoten, maar vangst door middel van lijmstokken, touwen en netten komt ook voor.
In Nederland was de zomertortel voor 1950 (die toen nog tortelduif heette), een “zeer algemeen voorkomende” vogel en tussen 1973 en 1985 werd het aantal geschat op 35.000 tot 50.000.Daarna daalde het aantal zomertortels snel, volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland met meer dan 5% per jaar sinds 1990. Tussen 1998 en 2000 werd het aantal broedparen op 10.000 tot 12.000 geschat Deze daling gaat sindsdien versneld door; in 2018 werd het aantal broedparen door Sovon geschat op 1200 tot 1400.[13] (10,6% achteruitgang per jaar sinds 1999).
Status
Tussen 1983 en 2011 werd de afname van het aantal zomertortels in heel Europa geschat op 73%. In 2015 werd de totale Europese populatie geschat tussen de 3,15 en 5,94 miljoen broedparen. Sinds 2015 staat de zomertortel als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN, zo ook op de Europese Rode Lijst.
De zomertortel is in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse Rode Lijst gezet. De zomertortel staat eveneens sinds 2004 op de Vlaamse Rode Lijst en wordt als bedreigd geclassificeerd.
In de Europese Unie staat de soort op Annex II van de Vogelrichtlijn. Daarnaast wordt hij ook beschermd op Appendix III van de Conventie van Bern.
De zomertortel is in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst gezet. De tortelduif staat ook op de Vlaamse rode lijst als bedreigd. De soort staat (nog) als niet bedreigd op de internationale IUCN rode lijst.
zondag, juni 19th, 2022 at 09:18